ergens binnenin de berg van heren herbergt de kleine dwerg
zijn merg, zijn darmen verarmen maagdelijke schaamte
van verwachting, verplicht is zijn symplistisch gezicht
in de spiegel, dagelijkse waanzin waarin waarde loos is.
de drank aan het einde is het einde
en wij maar op wijven geilen blijven
pijnloos verleden als zonder hartkloppert
ingegaan zonder er bewust bij te staan
rook verdwijnt niet gewis als de wind niet waait.
lus, foef, vlaai, ik ben koningin dus ik zwaai
zie me nog als oog gaat dicht als deken wordt warm
bedroeg bedrog maar geen begeerte
je zus wandelede eens
daar was een lander uit buiten
land je hier wel vaker, buiten binnen? vroeg je zus
hierbinnen zijn sandalen van buiten! antwoorde lander uit buiten
0 reacties:
Een reactie posten
Aanmelden bij Reacties posten [Atom]
<< Homepage