je weet toch, de wekker gaat als de regen begint. Helemaal overdwars zonder deken, behalve over en onder mijn voeten. Ik open mijn ogen, denk aan de morgen, aan de koude buiten die mij zeer zeker te wachten staat. Nog een half uurtje, het ziet er naar uit dat het een heldere nacht is geweest.. Echt inslapen is er dat laatste half uur niet meer bij, de dingen van de dag dringen door in mijn ochtenddromen. Ik schrik wakker, naast me niemand en de wekker staat te hard!
In de douche lijkt het alsof de dieren op het gordijntje proberen te zeggen: "Maak je maar geen zorgen, in de douche schijnt de zon altijd!" Een geplande regenbui met verfris&verleid artikelen. Morgen scheer ik me wel, dan kan ik nog 5 min. langer douchen.
Geen zin in ontbijt, de noodzaak is duidelijk. Het korte beslismoment van ik ga wel/niet flitst voorbij zoals geluk bij Donald Duck. Een boterham met pindakaas Chilly Hot en een boterham met leverworst&pesto-spread.
Als de klok zegt dat het 8.25 uur is dan is het dus vijf voor half acht in de wintertijd + de extra 5 minuten die ik altijd achter loop op de tijd zodat ik extra alert ben op de tijd. Ik kan nog 30 minuten aan het 4e klassers project werken, zal ik alvast inrollen??
Toch toont ook deze groep vooruitgang, hoe is het mogelijk. Niet allemaal natuurlijk, maar goed, naar omstandigheden, wie had dit gedacht. Ik denk dat er vandaag wel een lachkick inzit!
Het fietsen is mooi, want fietsen gaat snel
Doch in de grote stad, bedank je daar wel
Voor rangordes die hun geste tonen
Terwijl jij lekker op je luie gemak zit te stonen?
Het is een raadsel waarom het mij altijd overkomt dat als ik net bij het leraren fietsenhok aankom, er een groepje scholieren moet staan waarvan ik een onrechtvaardig onbehagen gevoel krijg; de eerste klappen van het licht zijn nog steeds overweldigend, het geluid in je hoofd transformeert na de fietstocht in een reisje naar de poorten van menselijke samenkomen, daar waar in verticale lijnen gedacht wordt en de horizon de maatstaf is. Zenuwachtig vergeet ik in welke jaszak de sleutel zit, het kan niet anders dan dat ze me uitlachen, en het zit allemaal in me kop. Doe die deur open en ga een kop koffie halen.
Je wilt toch zo graag onderwijzen, het geloof in de toekomst! Het is een cynische gedachte als je denkt zo stoned als een garnaal tekenles te kunnen geven, maar het is de enige manier om nog iets met ze te bereiken. Het geloof is er eigenlijk al 2 jaar uit, na de moord schrok ik hevig en verliet mezelf compleet. Als een doelloos object probeerde ik realiteit onder ogen te krijgen, ik fietste niet meer hard maar liep door een demonstratie
voor de dader. Het is gezichtsbedrog, een samenloop van energie die doodgaat.
Nu loopt de verzachtende werking van de drugs samen met de beleidsvorming van de scholieren, en ergens moet ik ze gelijk geven. De dromen van kinderen zijn goudmijntjes, boontje komt om zijn loontje.